Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vakantiereiziger:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakantiereiziger (Nederlands) in het Engels

vakantiereiziger:

vakantiereiziger [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vakantiereiziger (toerist; vakantieganger)
    the tourist
    • tourist [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vakantiereiziger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tourist toerist; vakantieganger; vakantiereiziger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tourist toeristisch