Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. uitgaansdagen:
  2. uitgaansdag:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgaansdagen (Nederlands) in het Engels

uitgaansdagen:

uitgaansdagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitgaansdagen
    the days off
    • days off [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitgaansdagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
days off uitgaansdagen

Verwante woorden van "uitgaansdagen":


uitgaansdagen vorm van uitgaansdag:

uitgaansdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitgaansdag
    the day off
    – a day when you are not required to work 1
    • day off [the ~] zelfstandig naamwoord
      • Thursday is his day off1

Vertaal Matrix voor uitgaansdag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
day off uitgaansdag rustdag; snipperdag; vakantie; vakantiedag; verlof; verlofdag; verlofjaar; verloftijd

Verwante woorden van "uitgaansdag":