Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
find
|
|
ontdekking; uitdenking; uitvinding; vinding; vondst
|
notice
|
|
bekijks; congé; convocatie; huuropzegging; informatie; kennisgeving; mededeling; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; verduidelijking; verklaring; verwittiging
|
sense
|
|
bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; bezinning; brein; denkvermogen; geest; hersens; inkeer; ratio; strekking; tendens; vernuft; verstand
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
become aware of
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
aanschouwen; bekijken; gewaarworden; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; zien
|
find
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
aangetroffen worden; aantreffen; gewaarworden; onderscheiden; ontwaren; te zien krijgen; tegenkomen; vinden
|
hold apart
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
|
keep apart
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
onderscheid maken; onderscheiden
|
notice
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
aanschouwen; bekijken; bekrachtigen; bemerken; bespeuren; bestempelen; certificeren; gewaarworden; kijken; merken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; signaleren; staren; te zien krijgen; turen; voelen; waarmerken; waarnemen; zien
|
perceive
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
aanschouwen; bekijken; bemerken; bespeuren; gadeslaan; gewaarworden; horen; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opmerken; signaleren; staren; te zien krijgen; turen; voelen; waarnemen; zien
|
see
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
aanschouwen; bekijken; bemerken; bespeuren; bezichtigen; bezien; gadeslaan; gewaarworden; kijken; merken; observeren; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; te zien krijgen; turen; visualiseren; voelen; waarnemen; zien
|
sense
|
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
|
aanvoelen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; lucht krijgen van; merken; onderscheiden; ontwaren; te zien krijgen; voelen; voorvoelen; waarnemen; zien
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sense
|
|
sensueel; wulps; zinlijk; zintuiglijke
|