Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tweevoud:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tweevoud (Nederlands) in het Engels

tweevoud:

tweevoud [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tweevoud
    the duplicate

Vertaal Matrix voor tweevoud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duplicate tweevoud afschrift; copie; duplicaat; fotokopie; kopie; transcriptie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duplicate dupliceren; kopiëren; multipliceren; reproduceren; stencilen; verdubbelen; vermenigvuldigen; verveelvoudigen

Verwante woorden van "tweevoud":

  • tweevouden

Wiktionary: tweevoud

tweevoud
noun
  1. grammatical number of a noun marking two of something
adjective
  1. in grammar

Cross Translation:
FromToVia
tweevoud dual DualLinguistik, Flexion: Flexionskategorie neben Singular und Plural, die in manchen Sprachen (zum Beispiel im Baltischen, Slawischen und Altgriechischen) dann verwendet wird, wenn genau zwei Personen oder Dinge gemeint sind
tweevoud dual duel — (grammaire, fr) nombre grammatical qui, s’ajoutant au singulier et au pluriel dans les déclinaisons et les conjugaisons, sert à désigner deux personnes, un couple de choses (en grec ancien, hébreu, sanskrit, …).

Computer vertaling door derden: