Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. trucage:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trucage (Nederlands) in het Engels

trucage:

trucage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trucage (truc)
    the trick; the trickery; the ruse; the gimmicks; the stunts
    • trick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trickery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ruse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gimmicks [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stunts [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trucage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gimmicks truc; trucage
ruse truc; trucage foef; kunstgreep; list; manoeuvre
stunts truc; trucage
trick truc; trucage behendigheid; foefje; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loer; maniertje; manoeuvre; poets; slimheid; sluwe streek; streek; tochtje; toertje; trip; truc; uitje; uitstapje
trickery truc; trucage fopperij
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trick afzetten; bedonderen; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; verneuken; voor de gek houden

Verwante woorden van "trucage":

  • trucages