Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. triomf:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor triomf (Nederlands) in het Engels

triomf:

triomf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de triomf (overwinning; zege)
    the victory; the triumph; the conquest
    • victory [the ~] zelfstandig naamwoord
    • triumph [the ~] zelfstandig naamwoord
    • conquest [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de triomf (zegepraal)
    the triumph
    • triumph [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor triomf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conquest overwinning; triomf; zege aanvechting; bekoring; overweldiging; seductie; temptatie; usurpatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking; wederrechtelijke inbezitneming
triumph overwinning; triomf; zege; zegepraal
victory overwinning; triomf; zege baat; gewin; profijt; winst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
triumph triomferen; zegepralen

Verwante woorden van "triomf":

  • triomfen

Wiktionary: triomf

triomf
noun
  1. feestelijke intocht
  2. grootse overwinning of prestatie
triomf
noun
  1. conclusive success; victory; conquest

Cross Translation:
FromToVia
triomf triumph Triumph — großer Erfolg in einem Kampf/Krieg oder Wettkampf
triomf triumph triomphe — antiq|fr honneur accordé chez les Romains à des général d’armée après de grandes victoires, et qui consistait à faire une entrée pompeuse et solennelle dans Rome.