Nederlands
Uitgebreide vertaling voor trappen lopen (Nederlands) in het Engels
trappen lopen:
trappen lopen werkwoord (loop trappen, loopt trappen, liep trappen, liepen trappen, trappen gelopen)
-
trappen lopen
going up and down the stairs; stair-climbing; climbing stairs-
going up and down the stairs werkwoord
-
stair-climbing werkwoord
-
climbing stairs werkwoord
-
Conjugations for trappen lopen:
o.t.t.
- loop trappen
- loopt trappen
- loopt trappen
- lopen trappen
- lopen trappen
- lopen trappen
o.v.t.
- liep trappen
- liep trappen
- liep trappen
- liepen trappen
- liepen trappen
- liepen trappen
v.t.t.
- heb trappen gelopen
- hebt trappen gelopen
- heeft trappen gelopen
- hebben trappen gelopen
- hebben trappen gelopen
- hebben trappen gelopen
v.v.t.
- had trappen gelopen
- had trappen gelopen
- had trappen gelopen
- hadden trappen gelopen
- hadden trappen gelopen
- hadden trappen gelopen
o.t.t.t.
- zal trappen lopen
- zult trappen lopen
- zal trappen lopen
- zullen trappen lopen
- zullen trappen lopen
- zullen trappen lopen
o.v.t.t.
- zou trappen lopen
- zou trappen lopen
- zou trappen lopen
- zouden trappen lopen
- zouden trappen lopen
- zouden trappen lopen
en verder
- ben trappen gelopen
- bent trappen gelopen
- is trappen gelopen
- zijn trappen gelopen
- zijn trappen gelopen
- zijn trappen gelopen
diversen
- loop trappen!
- loopt trappen!
- trappen gelopen
- trappen lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
trappen lopen
the climbing stairs
Vertaal Matrix voor trappen lopen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
climbing stairs | trappen lopen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
climbing stairs | trappen lopen | |
going up and down the stairs | trappen lopen | |
stair-climbing | trappen lopen |