Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. toost:
  2. toosten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toost (Nederlands) in het Engels

toost:

toost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toost (heildronk)
    the toast; the congratulation; the benediction; the felicitation; the congratulatory message
  2. de toost (geroosterd brood; toast; toostbrood)
    the toast
    • toast [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toost:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benediction heildronk; toost gezegende toestand; heil; heilwens; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
congratulation heildronk; toost felicitatie; gelukwens
congratulatory message heildronk; toost felicitatie; gelukwens
felicitation heildronk; toost felicitatie; gelukwens
toast geroosterd brood; heildronk; toast; toost; toostbrood eer; hulde; verering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toast proosten

Verwante woorden van "toost":


Wiktionary: toost

toost
noun
  1. toasted bread
  2. salutation

toosten:

toosten werkwoord (toost, toostte, toostten, getoost)

  1. toosten (een toost uitbrengen)
    to drink health to
    • drink health to werkwoord (drinks health to, drank health to, drinking health to)

Conjugations for toosten:

o.t.t.
  1. toost
  2. toost
  3. toost
  4. toosten
  5. toosten
  6. toosten
o.v.t.
  1. toostte
  2. toostte
  3. toostte
  4. toostten
  5. toostten
  6. toostten
v.t.t.
  1. heb getoost
  2. hebt getoost
  3. heeft getoost
  4. hebben getoost
  5. hebben getoost
  6. hebben getoost
v.v.t.
  1. had getoost
  2. had getoost
  3. had getoost
  4. hadden getoost
  5. hadden getoost
  6. hadden getoost
o.t.t.t.
  1. zal toosten
  2. zult toosten
  3. zal toosten
  4. zullen toosten
  5. zullen toosten
  6. zullen toosten
o.v.t.t.
  1. zou toosten
  2. zou toosten
  3. zou toosten
  4. zouden toosten
  5. zouden toosten
  6. zouden toosten
en verder
  1. ben getoost
  2. bent getoost
  3. is getoost
  4. zijn getoost
  5. zijn getoost
  6. zijn getoost
diversen
  1. toost!
  2. toost!
  3. getoost
  4. toostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

toosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de toosten (heildronken)
    the toasts
    • toasts [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toosten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toasts heildronken; toosten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drink health to een toost uitbrengen; toosten

Verwante woorden van "toosten":


Wiktionary: toosten

toosten
verb
  1. een heildronk uitbrengen, op iets of iemand drinken

Verwante vertalingen van toost