Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toegewijd (Nederlands) in het Engels
toegewijd:
-
toegewijd
Vertaal Matrix voor toegewijd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zeal | activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezetenheid; bezigheid; drift; elan; gloed; hartstocht; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; obsessie; passie; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assiduous | toegewijd | bedreven; naarstig; noest; onvermoeibaar; verwoed |
committed | toegewijd | gebonden; gedwongen; geforceerd; niet vrij; obligaat; obligatoir; onvrij; onvrijwillig; vereist; verplicht |
dedicated | toegewijd | toegedaan |
devoted | toegewijd | aanhankelijk; gehecht; toegedaan; verknocht |
diligent | toegewijd | arbeidzaam; bedreven; naarstig; noest; onvermoeibaar; verwoed |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zeal | toegewijd |
Verwante woorden van "toegewijd":
toegewijd vorm van toewijden:
-
toewijden
Conjugations for toewijden:
o.t.t.
- wijd toe
- wijdt toe
- wijdt toe
- wijden toe
- wijden toe
- wijden toe
o.v.t.
- wijdde toe
- wijdde toe
- wijdde toe
- wijdden toe
- wijdden toe
- wijdden toe
v.t.t.
- ben toegewijd
- bent toegewijd
- is toegewijd
- zijn toegewijd
- zijn toegewijd
- zijn toegewijd
v.v.t.
- was toegewijd
- was toegewijd
- was toegewijd
- waren toegewijd
- waren toegewijd
- waren toegewijd
o.t.t.t.
- zal toewijden
- zult toewijden
- zal toewijden
- zullen toewijden
- zullen toewijden
- zullen toewijden
o.v.t.t.
- zou toewijden
- zou toewijden
- zou toewijden
- zouden toewijden
- zouden toewijden
- zouden toewijden
diversen
- wijd toe!
- wijdt toe!
- toegewijd
- toeeijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor toewijden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dedicate | toewijden | bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; verordenen; verordonneren |
devote | toewijden | bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; verordenen; verordonneren |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
devote | bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen |