Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tippelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tippelen (Nederlands) in het Engels

tippelen:

tippelen werkwoord (tippel, tippelt, tippelde, tippelden, getippeld)

  1. tippelen (hoereren)
    to hustle; to solicit; walk the streets

Conjugations for tippelen:

o.t.t.
  1. tippel
  2. tippelt
  3. tippelt
  4. tippelen
  5. tippelen
  6. tippelen
o.v.t.
  1. tippelde
  2. tippelde
  3. tippelde
  4. tippelden
  5. tippelden
  6. tippelden
v.t.t.
  1. heb getippeld
  2. hebt getippeld
  3. heeft getippeld
  4. hebben getippeld
  5. hebben getippeld
  6. hebben getippeld
v.v.t.
  1. had getippeld
  2. had getippeld
  3. had getippeld
  4. hadden getippeld
  5. hadden getippeld
  6. hadden getippeld
o.t.t.t.
  1. zal tippelen
  2. zult tippelen
  3. zal tippelen
  4. zullen tippelen
  5. zullen tippelen
  6. zullen tippelen
o.v.t.t.
  1. zou tippelen
  2. zou tippelen
  3. zou tippelen
  4. zouden tippelen
  5. zouden tippelen
  6. zouden tippelen
en verder
  1. ben getippeld
  2. bent getippeld
  3. is getippeld
  4. zijn getippeld
  5. zijn getippeld
  6. zijn getippeld
diversen
  1. tippel!
  2. tippelt!
  3. getippeld
  4. tippelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tippelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hustle drukte; gedoe; omhaal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hustle hoereren; tippelen jachten; jakkeren; reppen; spoeden
solicit hoereren; tippelen aantrekken; adverteren; werven
walk the streets hoereren; tippelen