Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tinteling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tinteling (Nederlands) in het Engels

tinteling:

tinteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de tinteling (getintel)
    the tingling; the twinkle
    • tingling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • twinkle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tinteling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tingling getintel; tinteling geruis; ruis
twinkle getintel; tinteling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
twinkle flikkeren; flonkeren; fonkelen; glanzen; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen

Verwante woorden van "tinteling":

  • tintelingen

Wiktionary: tinteling

tinteling
noun
  1. a tingling sensation