Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. termijn:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor termijn (Nederlands) in het Engels

termijn:

termijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de termijn (periode; tijdsduur; tijdsbestek)
    the term; the period of time; the period; the space of time; the time; the space
    • term [the ~] zelfstandig naamwoord
    • period of time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • period [the ~] zelfstandig naamwoord
    • space of time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • time [the ~] zelfstandig naamwoord
    • space [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de termijn (sluitingstermijn; tijdlimiet)
    the deadline; the time-limit; the closing date

Vertaal Matrix voor termijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
closing date sluitingstermijn; termijn; tijdlimiet richtdatum; streefdatum
deadline sluitingstermijn; termijn; tijdlimiet deadline; richtdatum; sluitingsdatum; streefdatum; tijdslimiet
period periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur epoch; epoche; era; looptijd; menstruatie; ongesteldheid; periode; tijd; tijdperk; tijdruimte; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak
period of time periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur poosje; tijdruimte; tijdsruimte
space periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur Space; afstand; distantie; eindpunt; heelal; kloof; luchtruim; opening; ruimte; spatie; spleet; tussenruimte; uitsparing; universum; wereldruimte
space of time periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur poosje; tijdruimte
term periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur aanduiding; benaming; benoeming; conditie; eis; frase; gezegde; looptijd; naam; schooltijd; term; uitdrukking; vereiste; voorwaarde; zegswijze; zin
time periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur keer; maal; tijd; tijdruimte
time-limit sluitingstermijn; termijn; tijdlimiet richtdatum; streefdatum; tijdslimiet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
space spatieren; spatiëren; van spaties voorzien
term benoemen; een naam geven; noemen; vernoemen
time de tijd opnemen; klokken; timen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
period of time jaar; tijdsperiode

Verwante woorden van "termijn":

  • termijnen

Wiktionary: termijn

termijn
noun
  1. een vast tijdstip waarop iets gaat gebeuren of iets gebeurd moet zijn

Cross Translation:
FromToVia
termijn respite; deadline; time limit Frist — spätester Zeitpunkt

Verwante vertalingen van termijn