Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. teler:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teler (Nederlands) in het Engels

teler:

teler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de teler (kweker)
    the grower; the cultivator; the breeder
    • grower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cultivator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • breeder [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor teler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breeder kweker; teler fokker
cultivator kweker; teler boer; landbouwer
grower kweker; teler

Verwante woorden van "teler":

  • telers

Wiktionary: teler


Cross Translation:
FromToVia
teler farmer; grower cultivateur — agriculture|fr Celui, celle qui cultiver la terre ou qui exploiter une terre, un domaine.