Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tegenspartelen (Nederlands) in het Engels
tegenspartelen:
tegenspartelen werkwoord (spartel tegen, spartelt tegen, spartelde tegen, spartelden tegen, tegengesparteld)
-
tegenspartelen (verzetten; protesteren; tegenstribbelen)
Conjugations for tegenspartelen:
o.t.t.
- spartel tegen
- spartelt tegen
- spartelt tegen
- spartelen tegen
- spartelen tegen
- spartelen tegen
o.v.t.
- spartelde tegen
- spartelde tegen
- spartelde tegen
- spartelden tegen
- spartelden tegen
- spartelden tegen
v.t.t.
- heb tegengesparteld
- hebt tegengesparteld
- heeft tegengesparteld
- hebben tegengesparteld
- hebben tegengesparteld
- hebben tegengesparteld
v.v.t.
- had tegengesparteld
- had tegengesparteld
- had tegengesparteld
- hadden tegengesparteld
- hadden tegengesparteld
- hadden tegengesparteld
o.t.t.t.
- zal tegenspartelen
- zult tegenspartelen
- zal tegenspartelen
- zullen tegenspartelen
- zullen tegenspartelen
- zullen tegenspartelen
o.v.t.t.
- zou tegenspartelen
- zou tegenspartelen
- zou tegenspartelen
- zouden tegenspartelen
- zouden tegenspartelen
- zouden tegenspartelen
en verder
- ben tegengesparteld
- bent tegengesparteld
- is tegengesparteld
- zijn tegengesparteld
- zijn tegengesparteld
- zijn tegengesparteld
diversen
- spartel tegen!
- spartelt tegen!
- tegengesparteld
- tegenspartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor tegenspartelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
struggle | gevecht; geworstel; kamp; strijd; worsteling | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fight back | protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten | |
resist | protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten | afweren; iets weerstaan; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verdedigen; verweren; verzet tonen; weerstaan; weerstreven; weren; zich verzetten |
struggle | protesteren; tegenspartelen; tegenstribbelen; verzetten | de strijd aanbinden; kampen; opboksen; strijd voeren; strijden; strijden tegen; vechten; vechten tegen |
Wiktionary: tegenspartelen
tegenspartelen
Cross Translation:
verb
-
weerstand bieden door wilde bewegingen te maken
- tegenspartelen → resist
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tegenspartelen | → resist; withstand; stand | ↔ résister — Ne pas céder, ou céder difficilement au choc, à la pression, à l’action d’un autre corps, à une force, à un effort quelconque. |