Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. teerheid:
  2. teer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teerheid (Nederlands) in het Engels

teerheid:

teerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de teerheid (broosheid; zwakheid)
    the frailty
    • frailty [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor teerheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frailty broosheid; teerheid; zwakheid krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte

Verwante woorden van "teerheid":


Wiktionary: teerheid


Cross Translation:
FromToVia
teerheid tenderness; endearment tendresse — Qualité de ce qui est tendre.

teer:

teer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de teer (pek)
    the tar; the pitch
    • tar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pitch [the ~] zelfstandig naamwoord

teer bijvoeglijk naamwoord

  1. teer (kwetsbaar; zwak; breekbaar; fragiel; broos)
    vulnerable; fragile; delicate; tender; frail
  2. teer (delicaat; kwetsbaar; teder; )
    fragile; tender; delicate; frail
  3. teer (kwetsbaar)
    fragile; delicate

Vertaal Matrix voor teer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pitch pek; teer intonatie; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; tekenbreedte; timbre; toon; toonhoogte
tar pek; teer
tender aanbesteding; betalingsmethode; kolenkar; kolenwagen; tender
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pitch keilen
tar met teer besmeren; teren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delicate breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak delicaat; dun; fijn; fijn van smaak; fijne; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; hachelijk; heerlijk van eten; kritiek; lastig; lichtgebouwd; netelig; niet schikkend; penibel; precair; rank; slank; slank en smal; storend; teerbesnaard; teergevoelig; tenger
fragile breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak slap; zwak
frail breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak bleekjes; onsolide; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
tender breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak fijngevoelig; fijnzinnig; mals; murw; teerbesnaard; teergevoelig
vulnerable breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; teer; zwak
- zwak

Verwante woorden van "teer":


Synoniemen voor "teer":


Antoniemen van "teer":


Verwante definities voor "teer":

  1. breekbaar, snel stuk of ziek1
    • zij heeft een tere gezondheid1
  2. waar je moeilijk over kunt praten omdat het gevoelig ligt1
    • dat is een teer onderwerp1

Wiktionary: teer

teer
noun
  1. een olieachtige vloeistof met een zeer hoge viscositeit
adjective
  1. broos, breekbaar
teer
noun
  1. substance
  2. byproduct of tobacco smoke

Cross Translation:
FromToVia
teer tar Teer — braunschwarze, dicke, fette, klumpige, hässlich schwarze, ölig-klebrige Flüssigkeit von scharfem Geruch, entsteht durch trockenes Erhitzen organischer Stoffe (z.B. Kohle) unter Luftabschluss
teer dainty; delicate; fine; refined; gentle; sensitive; soft; tender; awkward délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié.
teer tar goudron — (term, Histoire des techniques) résine noirâtre pour calfater les navires.