Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. te kort doen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor te kort doen (Nederlands) in het Engels

te kort doen:

te kort doen werkwoord (doe te kort, doet te kort, deed te kort, deden te kort, te kort gedaan)

  1. te kort doen (beroven van; ontnemen; depriveren)
    to deprive
    • deprive werkwoord (deprives, deprived, depriving)

Conjugations for te kort doen:

o.t.t.
  1. doe te kort
  2. doet te kort
  3. doet te kort
  4. doen te kort
  5. doen te kort
  6. doen te kort
o.v.t.
  1. deed te kort
  2. deed te kort
  3. deed te kort
  4. deden te kort
  5. deden te kort
  6. deden te kort
v.t.t.
  1. heb te kort gedaan
  2. hebt te kort gedaan
  3. heeft te kort gedaan
  4. hebben te kort gedaan
  5. hebben te kort gedaan
  6. hebben te kort gedaan
v.v.t.
  1. had te kort gedaan
  2. had te kort gedaan
  3. had te kort gedaan
  4. hadden te kort gedaan
  5. hadden te kort gedaan
  6. hadden te kort gedaan
o.t.t.t.
  1. zal te kort doen
  2. zult te kort doen
  3. zal te kort doen
  4. zullen te kort doen
  5. zullen te kort doen
  6. zullen te kort doen
o.v.t.t.
  1. zou te kort doen
  2. zou te kort doen
  3. zou te kort doen
  4. zouden te kort doen
  5. zouden te kort doen
  6. zouden te kort doen
en verder
  1. ben te kort gedaan
  2. bent te kort gedaan
  3. is te kort gedaan
  4. zijn te kort gedaan
  5. zijn te kort gedaan
  6. zijn te kort gedaan
diversen
  1. doe te kort!
  2. doet te kort!
  3. te kort gedaan
  4. te kort doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor te kort doen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deprive beroven van; depriveren; ontnemen; te kort doen ontstelen

Verwante vertalingen van te kort doen