Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. taxi:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor taxi (Nederlands) in het Engels

taxi:

taxi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de taxi
    the taxi; the cab
    • taxi [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cab [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de taxi
    the taxi
    • taxi [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor taxi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cab taxi koets; rijtuig
taxi taxi
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taxi taxiën

Verwante woorden van "taxi":

  • taxietje

Verwante definities voor "taxi":

  1. auto met chauffeur die je kunt huren1
    • ik ging met de taxi naar het station1

Wiktionary: taxi

taxi
noun
  1. een voertuig bestemd om tegen betaling klanten van de ene plaats naar de andere te brengen
taxi
noun
  1. vehicle

Cross Translation:
FromToVia
taxi taxi taxi — Véhicule automobile

Computer vertaling door derden: