Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
taak:
- assignment; order; shibboleth; instruction; command; parole; cue; motto; task; chore; school task; workpiece; work; job; to-do; to-do item; To Do; case; contract
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor taak (Nederlands) in het Engels
taak:
-
de taak (dwangbevel; opdracht; order; consigne; bevelschrift)
the assignment; the order; the shibboleth; the instruction; the command; the parole; the cue; the motto -
de taak (schoolopdracht)
-
de taak (werk; arbeid; werkzaamheid; vak; inspanning; ambacht; bezigheid)
-
de taak
-
de taak
-
de taak
-
de taak
the task; the to-do; the to-do item– A personal or work-related project, assignment, or errand to be tracked through to completion. 1 -
de taak
-
de taak
-
de taak
-
de taak
-
de taak (aanvraag; contract)