Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. systeem:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor systeem (Nederlands) in het Engels

systeem:

systeem [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het systeem (stelsel)
    the system; the scheme
    • system [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scheme [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het systeem (opbouw; samenstelling; structuur; ordening; organisatie)
    the construction; the building
  3. het systeem
    the system
    – A set of items or devices working together to accomplish a task. 1
    • system [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. het systeem
    the system
    – Any application or process that you want to model. Examples of systems include a computer game, a process for assembling microchips, and a library information system. 1
    • system [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor systeem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
building opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem bouw; bouwsector; bouwwerk; constructie; gebouw; huis; opbouw; opbouwen; pand; perceel; samengesteld geheel; samenstelling; structuur
construction opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; structuur; systeem aanleggen; bouw; bouwsector; bouwsel; bouwwerk; constructie; fabricage; gebouw; opbouw; opbouwen; pand; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; werkzaamheden
scheme stelsel; systeem doel; doeleinde; inzet; kleurenschema; opzet; plan; planning; schema; streven; toeleg
system stelsel; systeem aanpak; arbeidsmethodiek; constitutie; gestel; methode; werkmethode; werkwijze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scheme intrigeren; konkelen; kuipen

Verwante woorden van "systeem":

  • systemen, systeempje, systeempjes

Synoniemen voor "systeem":


Verwante definities voor "systeem":

  1. geheel van afspraken of regels2
    • ons belastingssysteem is progressief2
  2. iets dat op een doordachte manier geordend is2
    • de secretaris heeft een kaartsysteem waar alle leden in staan2
  3. ordening of regelmaat2
    • er zit weinig systeem in zijn aanpak2

Wiktionary: systeem

systeem
noun
  1. een uit meerdere interagerende onderdelen bestaand stelsel dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft
systeem
en-suffix
  1. materials, systems of objects
noun
  1. collection of organized things

Cross Translation:
FromToVia
systeem system SystemPrinzip, Ordnung
systeem system SystemBiologie: Zusammenfassung in (Tier-, Pflanzen-) Gruppen
systeem system SystemDatenverarbeitung, Sprachwissenschaft: Menge von Elementen, zwischen denen Beziehungen bestehen oder die nach bestimmten Regeln verwendet werden müssen
systeem system SystemRegierungsform
systeem system System — wissenschaftliches Schema
systeem system; set-up systèmeensemble d’éléments, de concepts reliés, organisés en une structure.

Verwante vertalingen van systeem