Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
care
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
verpleging; verschaffing; verzorging; voorziening; zorg
|
control
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
afstelknop; beheer; beheersing; bescherming; bestrijding; besturing; besturingselement; bewaking; controle; hoede; mate van bekwaamheid; toezicht; voogdij; zeggenschap; zelfbeheersing; zorg
|
monitoring
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
|
observation
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
aandacht; aanmerking; aanschouwen; aanschouwing; apperceptie; attentie; bemerking; beschouwing; observatie; observeren; oplettendheid; opmerking; opmerkzaamheid; perceptie; waarneming; zien
|
supervision
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
beheer; bescherming; bestuur; bewaking; controle; directie; hoede; leiding; overzien; supervisie; toezicht; toezicht houden; zeggenschap; zorg
|
surveillance
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; kaartcontrole; toezicht; voorhechtenis; zeggenschap; zorg
|
watch
|
bewaking; controle; hoede; surveillance
|
horloge; op wacht staan
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
care
|
|
verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
|
control
|
|
bedaren; bedwingen; beheersen; bekijken; beproeven; beteugelen; bezichtigen; controleren; examineren; in bedwang houden; inbinden; inspecteren; intomen; keuren; manipuleren; matigen; onder gezag brengen; onderwerpen; onderzoeken; overhoren; schouwen; temmen; testen; toetsen; zich bedwingen
|
watch
|
|
aanblikken; aandacht erbij houden; aankijken; aanzien; begluren; bekijken; bewaken; bezichtigen; blikken; blikken werpen; gadeslaan; gluren; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; kijken; observeren; opletten; oppassen; patrouilleren; schouwen; surveilleren; toekijken; toeschouwen; toezicht houden; toezien; uitkijken; volgen; voorzichtig zijn; waarnemen; waken; wakker blijven; zien
|