Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sufficiënt:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sufficiënt (Nederlands) in het Engels

sufficiënt:

sufficiënt bijvoeglijk naamwoord

  1. sufficiënt (toereikend; voldoende; bevredigend; genoeg; genoegzaam)
    sufficient; satisfactory; adequate; enough; up to the mark

Vertaal Matrix voor sufficiënt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adequate bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende passend
satisfactory bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende
sufficient bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enough bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende basta; beu; genoeg
up to the mark bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende volwaardig

Verwante woorden van "sufficiënt":

  • sufficiënte