Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stukgoed:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stukgoed (Nederlands) in het Engels

stukgoed:

stukgoed [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het stukgoed (manufacturen)
    the piece-goods; the mercery; the drapery

Vertaal Matrix voor stukgoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drapery manufacturen; stukgoed corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
mercery manufacturen; stukgoed
piece-goods manufacturen; stukgoed stukgoederen