Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. struikgewas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor struikgewas (Nederlands) in het Engels

struikgewas:

struikgewas [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het struikgewas (struweel; struiken)
    the shrubs; the brushwood; the scrub; the bush; the privet
    • shrubs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • brushwood [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scrub [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bush [the ~] zelfstandig naamwoord
    • privet [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het struikgewas
    the bushes; the shrubs
    • bushes [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shrubs [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor struikgewas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brushwood struiken; struikgewas; struweel
bush struiken; struikgewas; struweel jungle; kreupelbos; kreupelhout; oerwoud; rimboe
bushes struikgewas bosje; heester; heesters; struik; struiken
privet struiken; struikgewas; struweel kreupelbos; kreupelhout
scrub struiken; struikgewas; struweel
shrubs struiken; struikgewas; struweel bosjes; heesters; kreupelbos; kreupelhout; struiken; struikjes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scrub afboenen; afschrobben; boenen; dweilen; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben

Verwante woorden van "struikgewas":

  • struikgewassen

Wiktionary: struikgewas

struikgewas
noun
  1. wild vegetation