Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stropen (Nederlands) in het Engels

stropen:

stropen werkwoord (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)

  1. stropen (ontvellen)
    to strip; to fleece; to skin; to graze; debark
    • strip werkwoord (strips, stripped, stripping)
    • fleece werkwoord (fleeces, fleeced, fleecing)
    • skin werkwoord (skins, skinned, skinning)
    • graze werkwoord (grazes, grazed, grazing)
    • debark werkwoord
  2. stropen (villen; afhalen; afstropen; uitbenen)
    to poach; to flay; to skin; to bone
    • poach werkwoord (poaches, poached, poaching)
    • flay werkwoord (flays, flayed, flaying)
    • skin werkwoord (skins, skinned, skinning)
    • bone werkwoord (bones, boned, boning)

Conjugations for stropen:

o.t.t.
  1. stroop
  2. stroopt
  3. stroopt
  4. stropen
  5. stropen
  6. stropen
o.v.t.
  1. stroopte
  2. stroopte
  3. stroopte
  4. stroopten
  5. stroopten
  6. stroopten
v.t.t.
  1. heb gestroopt
  2. hebt gestroopt
  3. heeft gestroopt
  4. hebben gestroopt
  5. hebben gestroopt
  6. hebben gestroopt
v.v.t.
  1. had gestroopt
  2. had gestroopt
  3. had gestroopt
  4. hadden gestroopt
  5. hadden gestroopt
  6. hadden gestroopt
o.t.t.t.
  1. zal stropen
  2. zult stropen
  3. zal stropen
  4. zullen stropen
  5. zullen stropen
  6. zullen stropen
o.v.t.t.
  1. zou stropen
  2. zou stropen
  3. zou stropen
  4. zouden stropen
  5. zouden stropen
  6. zouden stropen
en verder
  1. ben gestroopt
  2. bent gestroopt
  3. is gestroopt
  4. zijn gestroopt
  5. zijn gestroopt
  6. zijn gestroopt
diversen
  1. stroop!
  2. stroopt!
  3. gestroopt
  4. stropend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stropen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone been; bot; het binnenste van iets; kluif; ledemaat; merg
graze krab; krabwond; kras; ontvellen; ontvelling; schaafwond; schampschot; schram; schrammetje
skin hachje; huid; peul; schil; vel; weergave
strip band; banderol; reepje; strook
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen
debark ontvellen; stropen aan land gaan; aan wal gaan; debarkeren; ontschepen
flay afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen
fleece ontvellen; stropen uitplunderen; uitschudden
graze ontvellen; stropen afgrazen; graseten; grazen; schampen; weiden
poach afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen
skin afhalen; afstropen; ontvellen; stropen; uitbenen; villen afschaven; jassen; pellen; schillen; vervellen; weergave toepassen
strip ontvellen; stropen beroven; bloot leggen; ontbloten; ontdoen; ontdoen van; strippen; uitbuiten; uitplunderen; uitschudden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone benen

Verwante woorden van "stropen":


Verwante definities voor "stropen":

  1. het vel eraf halen1
    • de dode dieren werden gestroopt1
  2. stiekem vangen1
    • ze hadden tien konijnen gestroopt1

Wiktionary: stropen


Cross Translation:
FromToVia
stropen steal; abstract; nick; purloin; peel; shell; skin; deprive; deprive … of; despoil; clear; starve; strip; bare; discover; uncover; detect; expose dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
stropen ravish; charm; bewitch; dazzle; fascinate; thrill; delight; plunder; rob; loot; kidnap; abduct; steal ravirenlever de force, emporter avec violence.

stropen vorm van strop:

strop [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de strop (galg)
    the gibbet; the gallows
    • gibbet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gallows [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor strop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gallows galg; strop schavot
gibbet galg; strop

Verwante woorden van "strop":

  • stroppen, stropen, stropje, stropjes

Wiktionary: strop

strop
noun
  1. an adjustable loop or rope

Cross Translation:
FromToVia
strop flop Reinfall — ein schlechter Ausgang, Verfehlen eines gesteckten Ziels
strop damage; injury; disadvantage; loss; harm; defect SchadenRechtswesen: ein durch ein Ereignis oder einen Umstand verursachte Beeinträchtigung eines Gutes oder eine Wertminderung des ursprünglichen Zustandes einer Sache
strop loop; sling Schlinge — runde Form eines zu verknüpfenden Stückes, zum Beispiel einer Schnur, eines Drahts
strop snare SchlingeJagd: Fanggerät in Form einer Schlinge
strop loss perte — Privation de quelque chose de précieux, d’agréable, de commode, qu’on avait. (Sens général).
strop harm; damage; detriment; disadvantage; hurt; injury; loss; defect; flaw; impairment; imperfection préjudicetort ; dommage.