Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. strikje:
  2. strik:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strikje (Nederlands) in het Engels

strikje:

strikje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het strikje (vlinderdasje; pinkelhoutje; vlinderdas; vlinderstrikje)
    the bow tie; the dicky bow

Vertaal Matrix voor strikje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bow tie pinkelhoutje; strikje; vlinderdas; vlinderdasje; vlinderstrikje
dicky bow pinkelhoutje; strikje; vlinderdas; vlinderdasje; vlinderstrikje

Verwante woorden van "strikje":


Wiktionary: strikje

strikje
noun
  1. necktie shaped like a bow

strik:

strik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de strik (schuifknoop)
    the knot
    • knot [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor strik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knot schuifknoop; strik haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; streng garen; vlecht; wrong
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knot aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden

Verwante woorden van "strik":


Wiktionary: strik

strik
noun
  1. type of knot with two loops

Cross Translation:
FromToVia
strik knot; knuckle; node; nub nœud — À classer