Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stoornis:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoornis (Nederlands) in het Engels

stoornis:

stoornis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de stoornis (kwaal; slepende ziekte)
    the disease; the disorder; the ailment; the complaint; the trouble
    • disease [the ~] zelfstandig naamwoord
    • disorder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ailment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • complaint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trouble [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de stoornis (verstoring)
    the disturbance; the disorder; the interference

Vertaal Matrix voor stoornis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ailment kwaal; slepende ziekte; stoornis aandoening; kwaaltje; lichamelijke aandoening
complaint kwaal; slepende ziekte; stoornis aanklacht; beschuldiging; bezwaar; gekanker; geklaag; gemekker; grief; het klagen; jammerklacht; klacht; ongemak; tenlastelegging; weeklacht; ziekte
disease kwaal; slepende ziekte; stoornis aandoening; lichamelijke aandoening
disorder kwaal; slepende ziekte; stoornis; verstoring chaos; heksenketel; keet; opstootje; ordeverstoring; puinhoop; regelloosheid; rel; slordigheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje
disturbance stoornis; verstoring burengerucht; burenoverlast; onlust; oproer; opstand; opstootje; ordeverstoring; rel; rustverstoring; volksoproer; vuistgevecht
interference stoornis; verstoring bemoeienis; breuk; ingreep; inlating; inmenging; interruptie; interventie; onderbreking; opstootje; ordeverstoring; rel; tussenkomst; verbreking
trouble kwaal; slepende ziekte; stoornis bemoeilijking; beroering; chaos; ellende; gedram; gehannes; gestuntel; gevaar; gezanik; gezeur; heksenketel; hinder; keet; knik; kommer; kwel; lastigheid; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onraad; onrust; onspoed; opstootje; ordeverstoring; overlast; pech; puinhoop; ramp; rampspoed; regelloosheid; rel; roerigheid; rottigheid; strubbeling; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen; wanorde; wanordelijkheid; zootje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complaint klagen; zeuren
disorder ontregelen; overhoophalen
trouble lastig maken; lastigvallen; teisteren

Verwante woorden van "stoornis":

  • stoornissen

Wiktionary: stoornis

stoornis
noun
  1. physical or psychical malfunction

Computer vertaling door derden: