Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stier:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stier (Nederlands) in het Engels

stier:

stier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stier
    the bull
    • bull [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bull stier gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat

Verwante woorden van "stier":

  • stieren, stiertje, stiertjes

Wiktionary: stier

stier
noun
  1. adult male animal
  2. uncastrated adult male bovine

Cross Translation:
FromToVia
stier bull taureau — éleva|fr mâle reproducteur de l’espèce bovine dont la femelle est la vache.