Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor steunpilaar (Nederlands) in het Engels
steunpilaar:
-
de steunpilaar (toeverlaat; steun)
Vertaal Matrix voor steunpilaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anchor | steun; steunpilaar; toeverlaat | anker; bladwijzer; muuranker; objectanker |
crutch | steun; steunpilaar; toeverlaat | |
mainstay | steun; steunpilaar; toeverlaat | steunpaal; zuil |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anchor | aanleggen; aanmeren; afmeren; ankeren; meren; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastmeren; verankeren |