Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- steeg:
- stijgen:
-
Wiktionary:
- steeg → alley
- steeg → lane, vennel
- stijgen → rise, climb, ascend
- stijgen → rise
- stijgen → augment, grow, rise, heighten, raise, amplify, accrue, enlarge, aggrandize, magnify, step up, wax, descend, get off, go down, get out, exit, go out, alight, emerge, leave, quit, get out of a car, intensify, increase, double, duplicate
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor steeg (Nederlands) in het Engels
steeg:
-
de steeg
Vertaal Matrix voor steeg:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alley | steeg | bondgenote; doorgang; doorloop; gang; gangetje; gangpad; laantje; passage; straatje |
Verwante woorden van "steeg":
steeg vorm van stijgen:
-
stijgen (toenemen; groeien; vermeerderen; groter worden; aanwinnen; aangroeien; aanzwellen; opzetten; aanwassen; gedijen; de hoogte ingaan; omhooggaan)
-
stijgen (omhoogstijgen; rijzen; omhoog rijzen; omhoog komen; aanwassen)
-
stijgen (omhoogklimmen; klimmen; omhoog gaan; omhoogstijgen)
-
stijgen (in de lucht omhoogstijgen; opstijgen; de hoogte ingaan)
Conjugations for stijgen:
o.t.t.
- stijg
- stijgt
- stijgt
- stijgen
- stijgen
- stijgen
o.v.t.
- steeg
- steeg
- steeg
- stegen
- stegen
- stegen
v.t.t.
- ben gestegen
- bent gestegen
- is gestegen
- zijn gestegen
- zijn gestegen
- zijn gestegen
v.v.t.
- was gestegen
- was gestegen
- was gestegen
- waren gestegen
- waren gestegen
- waren gestegen
o.t.t.t.
- zal stijgen
- zult stijgen
- zal stijgen
- zullen stijgen
- zullen stijgen
- zullen stijgen
o.v.t.t.
- zou stijgen
- zou stijgen
- zou stijgen
- zouden stijgen
- zouden stijgen
- zouden stijgen
diversen
- stijg!
- stijgt!
- gestegen
- stijgemd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
stijgen (opstijgen; stijging; omhoogkomen; klimmen)
-
stijgen (opklimmen)
Vertaal Matrix voor stijgen:
Antoniemen van "stijgen":
Verwante definities voor "stijgen":
Wiktionary: stijgen
stijgen
stijgen
Cross Translation:
verb
-
to fly, to soar
-
of a quantity, etc: to increase
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stijgen | → augment; grow; rise; heighten; raise; amplify; accrue; enlarge; aggrandize; magnify; step up; wax | ↔ augmenter — rendre une quantité plus grande. |
• stijgen | → descend; get off; go down; get out; exit; go out; alight; emerge; leave; quit; get out of a car | ↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens. |
• stijgen | → intensify; augment; grow; increase; rise; double; duplicate | ↔ redoubler — Traductions à trier suivant le sens |