Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. staking:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor staking (Nederlands) in het Engels

staking:

staking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de staking (werkstaking)
    the strike; the walkout
    • strike [the ~] zelfstandig naamwoord
    • walkout [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de staking (staken; gestaak; werkonderbreking)
    the work stoppage; the strike; the walkout
  3. de staking
    the strike
    • strike [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor staking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strike gestaak; staken; staking; werkonderbreking; werkstaking aanboren; opvallen
walkout gestaak; staken; staking; werkonderbreking; werkstaking
work stoppage gestaak; staken; staking; werkonderbreking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strike aansteken; beroeren; doen branden; een klap geven; frapperen; grijpen; het werk neerleggen als protest; in staking gaan; in staking zijn; ontroeren; ontsteken; opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; raken; slaan; staken; toeslaan; treffen; vuur maken; werkonderbreken; wrijven

Verwante woorden van "staking":

  • stakingen

Verwante definities voor "staking":

  1. situatie waarin uit protest niet gewerkt wordt1
    • de werknemers van Hoogovens zijn in staking1

Wiktionary: staking

staking
noun
  1. het neerleggen van de werkzaamheden, meest uit protest of om verbeteringen af te dwingen
staking
noun
  1. work stoppage

Verwante vertalingen van staking