Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. staander:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor staander (Nederlands) in het Engels

staander:

staander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de staander (onderstel; voet; poot)
    the chassis; the stand; the support; the leg
    • chassis [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [the ~] zelfstandig naamwoord
    • support [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor staander:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis onderstel; poot; staander; voet chassis; geraamte; onderstel
leg onderstel; poot; staander; voet been; kluif; ledemaat; poot; voet
stand onderstel; poot; staander; voet bewering; denkbeeld; driepoot; getuigenbank; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; inzicht; kraam; kraampje; lezing; mat; matje; mening; onderlegger; onderzetter; oordeel; opinie; opvatting; placemat; positie; sokkel; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; tafelmatje; thema; visie; voetstuk; zienswijze; zuilvoet
support onderstel; poot; staander; voet aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; ondersteuning; opwekking; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voetstuk; zuilvoet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
support aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijspringen; bijvallen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; meehelpen; met palen stutten; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stimuleren; stutten; van mening zijn; voorstaan

Verwante woorden van "staander":

  • staanders, staandertje, staandertjes

Wiktionary: staander

staander
noun
  1. device to hold something upright or aloft