Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- staaf:
- staven:
-
Wiktionary:
- staaf → ingot, bullion, bar
- staven → confirm, corroborate, acknowledge, affirm, establish, uphold, prove, demonstrate, show, attest, bear witness, testify, certify, witness, vouch
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor staaf (Nederlands) in het Engels
staaf:
Vertaal Matrix voor staaf:
Verwante woorden van "staaf":
Verwante definities voor "staaf":
Wiktionary: staaf
staaf
noun
-
a solid block of more or less pure metal
-
bulk quantity of precious metal
-
metallurgy: solid object of round, square, hexagonal, octagonal or rectangular section
-
solid object with uniform cross-section
staaf vorm van staven:
-
staven (beamen; bevestigen; onderschrijven)
-
staven (bewijzen; aantonen)
Conjugations for staven:
o.t.t.
- staaf
- staaft
- staaft
- staven
- staven
- staven
o.v.t.
- staafte
- staafte
- staafte
- staaften
- staaften
- staaften
v.t.t.
- heb gestaafd
- hebt gestaafd
- heeft gestaafd
- hebben gestaafd
- hebben gestaafd
- hebben gestaafd
v.v.t.
- had gestaafd
- had gestaafd
- had gestaafd
- hadden gestaafd
- hadden gestaafd
- hadden gestaafd
o.t.t.t.
- zal staven
- zult staven
- zal staven
- zullen staven
- zullen staven
- zullen staven
o.v.t.t.
- zou staven
- zou staven
- zou staven
- zouden staven
- zouden staven
- zouden staven
en verder
- ben gestaafd
- bent gestaafd
- is gestaafd
- zijn gestaafd
- zijn gestaafd
- zijn gestaafd
diversen
- staaf!
- staaft!
- gestaafd
- stavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de staven
Vertaal Matrix voor staven:
Verwante woorden van "staven":
Wiktionary: staven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• staven | → confirm; corroborate; acknowledge; affirm; establish; uphold | ↔ confirmer — Faire persister quelqu’un dans une opinion, dans une résolution, l’affermir dans cette opinion, dans cette résolution. |
• staven | → prove; demonstrate; show; attest; bear witness; testify; certify; witness; vouch | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• staven | → prove | ↔ prouver — établir la vérité de quelque chose par le raisonnement ou par le témoignage. |