Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sporadisch:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sporadisch (Nederlands) in het Engels

sporadisch:

sporadisch bijvoeglijk naamwoord

  1. sporadisch (incidenteel; zelden)
    occasionally; incidentally; sporadic

Vertaal Matrix voor sporadisch:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sporadic incidenteel; sporadisch; zelden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incidentally incidenteel; sporadisch; zelden
occasionally incidenteel; sporadisch; zelden af en toe; incidenteel; nu en dan; occasioneel; soms; weleens

Verwante woorden van "sporadisch":

  • sporadische

Wiktionary: sporadisch

sporadisch
adjective
  1. (medisch, nld), biologie|nld niet algemeen voorkomend, zeldzaam
sporadisch
adjective
  1. rare and scattered in occurrence

Cross Translation:
FromToVia
sporadisch sporadic sporadischrelativ vereinzelt vorkommend, (nur) gelegentlich
sporadisch sporadic sporadique — Qui se produit à intervalles irréguliers.