Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spitjes (Nederlands) in het Engels

spit:

spit [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het spit
    the lumbago; the backache; the pain in the back

Vertaal Matrix voor spit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
backache spit rugpijn
lumbago spit
pain in the back spit

Verwante woorden van "spit":


Wiktionary: spit

spit
noun
  1. a rod on which meat is grilled/broiled

Cross Translation:
FromToVia
spit spit Spieß — ein Besteck zum durchstoßen („aufspießen“) von Nahrung