Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spion:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spion (Nederlands) in het Engels

spion:

spion [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spion (infiltrant; binnendringer)
    the spy; the infiltrator; the interloper; the intruder; the sneak-thief

Vertaal Matrix voor spion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infiltrator binnendringer; infiltrant; spion binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
interloper binnendringer; infiltrant; spion binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
intruder binnendringer; infiltrant; spion binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; indringer; indringster; infiltrante; insluiper
sneak-thief binnendringer; infiltrant; spion binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker
spy binnendringer; infiltrant; spion geheim agent; politiespion
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spy bespieden; bespioneren; gluren; spieden; spioneren; stiekem kijken

Verwante woorden van "spion":


Wiktionary: spion

spion
noun
  1. spy
  2. person who secretly watches

Cross Translation:
FromToVia
spion spy; spook espion — Personne qui espionne