Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spelers:
  2. speler:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spelers (Nederlands) in het Engels

spelers:

spelers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spelers (toneelspelers; acteurs)
    the actors; the players; the performers; the dramatizers; the play-actors

Vertaal Matrix voor spelers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actors acteurs; spelers; toneelspelers
dramatizers acteurs; spelers; toneelspelers
performers acteurs; spelers; toneelspelers
play-actors acteurs; spelers; toneelspelers
players acteurs; spelers; toneelspelers

Verwante woorden van "spelers":


speler:

speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de speler (acteur; uitvoerder; actrice; )
    the actor
    – a theatrical performer 1
    • actor [the ~] zelfstandig naamwoord
    the performer
    the actress
    – a female actor 1
    • actress [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de speler (kansspeler; gokker)
    the gambler; the speculator; the dicer
    • gambler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • speculator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dicer [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de speler
    the player
    – A client program or control that receives digital media content streamed from a server or played from local files. Windows Media Player is an example of a player. 2
    • player [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de speler
    the player
    – A graphic object that controls audio within the Music application. Users can add songs from albums or custom collections to the playlist and then play, pause, stop, or remove them. 2
    • player [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor speler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actor acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner actor
actress acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner speelster; toneelspeelster
dicer gokker; kansspeler; speler dobbelaar; gokster; kansspeelster; speelster
gambler gokker; kansspeler; speler dobbelaar; gokster; kansspeelster; speelster
performer acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner artiest; artieste; circusartiest; liedjeszanger
player speler medespeler; speelgenoot; speelkameraad; speelmakker; speelster; toneelspeelster
speculator gokker; kansspeler; speler speculant

Verwante woorden van "speler":


Wiktionary: speler

speler
noun
  1. deelnemer aan een spel
  2. een partij
  3. acteur
speler
noun
  1. who plays any game
  2. dramatic actor
  3. who plays on a musical instrument
  4. playful person, idler
  5. gambler
  6. electronic device
  7. software application

Cross Translation:
FromToVia
speler player joueur — Participant à un jeu
speler actor personnagepersonne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.