Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. souffleur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor souffleur (Nederlands) in het Engels

souffleur:

souffleur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de souffleur (voorzegger)
    the prompter
    • prompter [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor souffleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prompter souffleur; voorzegger aanstichter; aanzetter; instigator; oprichter; opstoker; stichter

Verwante woorden van "souffleur":

  • souffleurs

Wiktionary: souffleur

souffleur
noun
  1. toneel|nld iemand die souffleert (gedeeltes van een rol voorzegt)