Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
association
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
aaneensluiting; aansluiting; akkoord; ambachtsgilde; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; coalitie; compagnonschap; connectie; deelgenootschap; dispuut; federatie; genootschap; gezelschap; gilde; koppeling; liaison; liga; link; orde; organisatie; pact; relatie; samenhang; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verband; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verenigingsdispuut
|
circle
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
cirkel; kring; kringel; kringvormig; leefgemeenschap; rondje; sociëteit; soos; woongemeenschap
|
club
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
ambachtsgilde; baton; bond; club; gezelschap; gilde; golfstick; gummiknuppel; orde; organisatie; sociëteit; soos; staaf; staf; stang; stok; unie; vakgenootschap; vereniging
|
guild
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
ambachtsgilde; beroepsorganisatie; beroepsvereniging; bond; broederschap; club; georganiseerd gezelschap; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
society
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
ambachtsgilde; bond; broederschap; club; dispuut; genootschap; gezelschap; gilde; maatschappij; orde; organisatie; samenleving; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging; verenigingsdispuut
|
union
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; affaire; akkoord; ambachtsgilde; associatie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; coalitie; federatie; genootschap; gilde; koppeling; liaison; liga; orde; organisatie; pact; relatie; slippertje; sociëteit; unie; vakgenootschap; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verhouding
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
circle
|
|
cirkelen; draaien om; in kringetjes ronddraaien; kringelen; omcirkelen; omheenrijden
|