Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. snorren:
  2. snor:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snorren (Nederlands) in het Engels

snorren:

snorren werkwoord (snor, snort, snorde, snorden, gesnord)

  1. snorren (ronken; zagen; knorren)
    to purr
    – make a soft swishing sound 1
    • purr werkwoord (purrs, purred, purring)
      • the car engine purred1
    to snore
    – breathe noisily during one's sleep 1
    • snore werkwoord (snores, snored, snoring)
      • she complained that her husband snores1

Conjugations for snorren:

o.t.t.
  1. snor
  2. snort
  3. snort
  4. snorren
  5. snorren
  6. snorren
o.v.t.
  1. snorde
  2. snorde
  3. snorde
  4. snorden
  5. snorden
  6. snorden
v.t.t.
  1. heb gesnord
  2. hebt gesnord
  3. heeft gesnord
  4. hebben gesnord
  5. hebben gesnord
  6. hebben gesnord
v.v.t.
  1. had gesnord
  2. had gesnord
  3. had gesnord
  4. hadden gesnord
  5. hadden gesnord
  6. hadden gesnord
o.t.t.t.
  1. zal snorren
  2. zult snorren
  3. zal snorren
  4. zullen snorren
  5. zullen snorren
  6. zullen snorren
o.v.t.t.
  1. zou snorren
  2. zou snorren
  3. zou snorren
  4. zouden snorren
  5. zouden snorren
  6. zouden snorren
en verder
  1. ben gesnord
  2. bent gesnord
  3. is gesnord
  4. zijn gesnord
  5. zijn gesnord
  6. zijn gesnord
diversen
  1. snor!
  2. snort!
  3. gesnord
  4. snorrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

snorren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de snorren (knevels; snorbaarden)
    the moustaches; the whiskers

Vertaal Matrix voor snorren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moustaches knevels; snorbaarden; snorren
snore snurken
whiskers knevels; snorbaarden; snorren knevel; snor; snorbaard; snorhaar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
purr knorren; ronken; snorren; zagen spinnen
snore knorren; ronken; snorren; zagen snurken

Verwante woorden van "snorren":


Wiktionary: snorren

snorren
verb
  1. To move or vibrate (something) with a buzzing sound

Cross Translation:
FromToVia
snorren tease; rail; ridicule; joke raillerplaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
snorren purr; hum; buzz; drone; whir ronronnerfaire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement.

snor:

snor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snor (snorbaard; knevel)
    the moustache; the whiskers

Vertaal Matrix voor snor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moustache knevel; snor; snorbaard
whiskers knevel; snor; snorbaard knevels; snorbaarden; snorhaar; snorren

Verwante woorden van "snor":


Wiktionary: snor

snor
noun
  1. hair on upper lip
  2. long projecting hair at the sides of the mouth of a cat

Cross Translation:
FromToVia
snor moustache Schnurrbart — großer Oberlippenbart
snor → Savi's warbler locustelle luscinoïde — ornithol|nocat Espèce de petit oiseau passereau, fauvette de marais de l’Ancien Monde au plumage brun chaud pour les parties supérieures et gris beige pour les inférieures.
snor moustache; whiskers moustache — anatomie|fr poils qui pousser au- dessus de la lèvre supérieure.