Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- snorkelen:
- snorkel:
-
Wiktionary:
- snorkelen → snorkel
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor snorkelen (Nederlands) in het Engels
snorkelen:
-
snorkelen (met een snorkel zwemmen)
snorkeling-
snorkeling werkwoord
-
Conjugations for snorkelen:
o.t.t.
- snorkel
- snorkelt
- snorkelt
- snorkelen
- snorkelen
- snorkelen
o.v.t.
- snorkelde
- snorkelde
- snorkelde
- snorkelden
- snorkelden
- snorkelden
v.t.t.
- heb gesnorkeld
- hebt gesnorkeld
- heeft gesnorkeld
- hebben gesnorkeld
- hebben gesnorkeld
- hebben gesnorkeld
v.v.t.
- had gesnorkeld
- had gesnorkeld
- had gesnorkeld
- hadden gesnorkeld
- hadden gesnorkeld
- hadden gesnorkeld
o.t.t.t.
- zal snorkelen
- zult snorkelen
- zal snorkelen
- zullen snorkelen
- zullen snorkelen
- zullen snorkelen
o.v.t.t.
- zou snorkelen
- zou snorkelen
- zou snorkelen
- zouden snorkelen
- zouden snorkelen
- zouden snorkelen
en verder
- ben gesnorkeld
- bent gesnorkeld
- is gesnorkeld
- zijn gesnorkeld
- zijn gesnorkeld
- zijn gesnorkeld
diversen
- snorkel!
- snorkelt!
- gesnorkeld
- snorkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor snorkelen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| snorkeling | met een snorkel zwemmen; snorkelen |
Verwante woorden van "snorkelen":
Wiktionary: snorkelen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • snorkelen | → snorkel | ↔ schnorcheln — mit einem Schnorchel tauchen |
snorkel:
-
de snorkel
Vertaal Matrix voor snorkel:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| snorkel | snorkel |