Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sleutelwoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sleutelwoord (Nederlands) in het Engels

sleutelwoord:

sleutelwoord [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het sleutelwoord
    the keyword
    – Any of the set of words that comprises a given programming language or set of operating-system routines. 1
    • keyword [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het sleutelwoord
    the keyword
    – In Visual SourceSafe, a version marker that you can place in a text file for later use in keyword expansion. 1
    • keyword [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleutelwoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
keyword sleutelwoord steekwoord; trefwoord

Wiktionary: sleutelwoord

sleutelwoord
noun
  1. word used as a key to a code