Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sleutelpaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sleutelpaar (Nederlands) in het Engels

sleutelpaar:

sleutelpaar

  1. sleutelpaar
    the key pair
    – A private key and its related public key. 1
    • key pair [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleutelpaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
key pair sleutelpaar