Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. set:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor set (Nederlands) in het Engels

set:

set [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de set
    the set; the games
    • set [the ~] zelfstandig naamwoord
    • games [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de set
    the set
    – A named collection of objects. Typically sets are used to organize resources based on rules. 1
    • set [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de set (benoemde set)
    the set; the named set
    – A grouping of dimension members or items from a data source that are named and treated as a single unit and can be referenced or reused multiple times. 1
    • set [the ~] zelfstandig naamwoord
    • named set [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor set:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
games set manches; match; matches; runs
named set benoemde set; set
set benoemde set; set accumulatie; bende; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; span; stel; strijd; troep; wedstrijd
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
set deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
set star; strak; strakgespannen; verstard

Verwante woorden van "set":

  • sets, setje, setjes

Wiktionary: set

set
noun
  1. equipment
  2. matching collection of similar things, such as a set of tables
  3. collection of various objects for a particular purpose, such as a set of tools
  4. set theory: collection of objects
  5. group of people, usually meeting socially
  6. in tennis