Nederlands
Uitgebreide vertaling voor segmenteren (Nederlands) in het Engels
segmenteren:
-
segmenteren (in segmenten verdelen)
Conjugations for segmenteren:
o.t.t.
- segmenteer
- segmenteert
- segmenteert
- segmenteren
- segmenteren
- segmenteren
o.v.t.
- segmenteerde
- segmenteerde
- segmenteerde
- segmenteerden
- segmenteerden
- segmenteerden
v.t.t.
- heb gesegmenteerd
- hebt gesegmenteerd
- heeft gesegmenteerd
- hebben gesegmenteerd
- hebben gesegmenteerd
- hebben gesegmenteerd
v.v.t.
- had gesegmenteerd
- had gesegmenteerd
- had gesegmenteerd
- hadden gesegmenteerd
- hadden gesegmenteerd
- hadden gesegmenteerd
o.t.t.t.
- zal segmenteren
- zult segmenteren
- zal segmenteren
- zullen segmenteren
- zullen segmenteren
- zullen segmenteren
o.v.t.t.
- zou segmenteren
- zou segmenteren
- zou segmenteren
- zouden segmenteren
- zouden segmenteren
- zouden segmenteren
en verder
- ben gesegmenteerd
- bent gesegmenteerd
- is gesegmenteerd
- zijn gesegmenteerd
- zijn gesegmenteerd
- zijn gesegmenteerd
diversen
- segmenteer!
- segmenteert!
- gesegmenteerd
- segmenterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor segmenteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
segment | aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; gedeelte; ingrediënt; onderdeel; part; rekeningcodesegment; segment; stuk | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
segment | in segmenten verdelen; segmenteren |