Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schuim:
  2. schuimen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuim (Nederlands) in het Engels

schuim:

schuim [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het schuim
    the foam
    • foam [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schuim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foam schuim bruis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foam schuim vormen; schuimen

Verwante woorden van "schuim":


Wiktionary: schuim

schuim
noun
  1. iets dat veel luchtbellen bevat
schuim
noun
  1. foam of soap and water
  2. foam on carbonated beverages
  3. foam
  4. foam rubber
  5. frothy foam on sea waves

Cross Translation:
FromToVia
schuim spindrift; spray; spume Gischtallgemein: meist Singular: schäumende See
schuim froth; foam; lather; spume Schaummeist nur im Singular: Gasbläschen, die von flüssigen Wand eingeschlossen sind
schuim foam; suds mousse — Amas serré de bulles
schuim foam; froth; scum; spume; lather écume — Sorte de mousse blanchâtre qui se forme à la surface des liquides agités, chauffés, ou en fermentation.

schuim vorm van schuimen:

schuimen werkwoord (schuim, schuimt, schuimde, schuimden, geschuimd)

  1. schuimen (schuim vormen)
    to froth; to foam
    • froth werkwoord (froths, frothed, frothing)
    • foam werkwoord (foams, foamed, foaming)

Conjugations for schuimen:

o.t.t.
  1. schuim
  2. schuimt
  3. schuimt
  4. schuimen
  5. schuimen
  6. schuimen
o.v.t.
  1. schuimde
  2. schuimde
  3. schuimde
  4. schuimden
  5. schuimden
  6. schuimden
v.t.t.
  1. heb geschuimd
  2. hebt geschuimd
  3. heeft geschuimd
  4. hebben geschuimd
  5. hebben geschuimd
  6. hebben geschuimd
v.v.t.
  1. had geschuimd
  2. had geschuimd
  3. had geschuimd
  4. hadden geschuimd
  5. hadden geschuimd
  6. hadden geschuimd
o.t.t.t.
  1. zal schuimen
  2. zult schuimen
  3. zal schuimen
  4. zullen schuimen
  5. zullen schuimen
  6. zullen schuimen
o.v.t.t.
  1. zou schuimen
  2. zou schuimen
  3. zou schuimen
  4. zouden schuimen
  5. zouden schuimen
  6. zouden schuimen
en verder
  1. ben geschuimd
  2. bent geschuimd
  3. is geschuimd
  4. zijn geschuimd
  5. zijn geschuimd
  6. zijn geschuimd
diversen
  1. schuim!
  2. schuimt!
  3. geschuimd
  4. schuimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schuimen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foam bruis; schuim
froth bruis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foam schuim vormen; schuimen
froth schuim vormen; schuimen

Verwante woorden van "schuimen":


Wiktionary: schuimen

schuimen
verb
  1. form or emit foam
  2. to foam in an agitated manner, as if boiling

Verwante vertalingen van schuim