Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schmink:
  2. schminken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schmink (Nederlands) in het Engels

schmink:

schmink [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schmink (grime; make-up)
    the make-up
    • make-up [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schmink (cosmetica; opmaak; make-up; visagie; grime)
    the embellishment; the cosmetics; the make-up; the greasepaint; the grease-paint
  3. de schmink (cosmetica; schoonheidsmiddelen; opmaak; kosmetische middelen; make-up)
    the make-up; the cosmetics

Vertaal Matrix voor schmink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cosmetics cosmetica; grime; kosmetische middelen; make-up; opmaak; schmink; schoonheidsmiddelen; visagie cosmetica; cosmetica-industrie
embellishment cosmetica; grime; make-up; opmaak; schmink; visagie
grease-paint cosmetica; grime; make-up; opmaak; schmink; visagie
greasepaint cosmetica; grime; make-up; opmaak; schmink; visagie
make-up cosmetica; grime; kosmetische middelen; make-up; opmaak; schmink; schoonheidsmiddelen; visagie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
make-up make-up opdoen; opmaken

Verwante woorden van "schmink":


Wiktionary: schmink


Cross Translation:
FromToVia
schmink make-up fard — cosmétologie|fr enduit qu’on appliquer sur la peau ou une partie du visage pour la colorer ou pour la protéger.
schmink make-up maquillageaction de maquiller ou résultat de cette action.

schminken:

schminken werkwoord (schmink, schminkt, schminkte, schminkten, geschminkt)

  1. schminken
    to make up
    • make up werkwoord (makes up, made up, making up)

Conjugations for schminken:

o.t.t.
  1. schmink
  2. schminkt
  3. schminkt
  4. schminken
  5. schminken
  6. schminken
o.v.t.
  1. schminkte
  2. schminkte
  3. schminkte
  4. schminkten
  5. schminkten
  6. schminkten
v.t.t.
  1. heb geschminkt
  2. hebt geschminkt
  3. heeft geschminkt
  4. hebben geschminkt
  5. hebben geschminkt
  6. hebben geschminkt
v.v.t.
  1. had geschminkt
  2. had geschminkt
  3. had geschminkt
  4. hadden geschminkt
  5. hadden geschminkt
  6. hadden geschminkt
o.t.t.t.
  1. zal schminken
  2. zult schminken
  3. zal schminken
  4. zullen schminken
  5. zullen schminken
  6. zullen schminken
o.v.t.t.
  1. zou schminken
  2. zou schminken
  3. zou schminken
  4. zouden schminken
  5. zouden schminken
  6. zouden schminken
en verder
  1. ben geschminkt
  2. bent geschminkt
  3. is geschminkt
  4. zijn geschminkt
  5. zijn geschminkt
  6. zijn geschminkt
diversen
  1. schmink!
  2. schminkt!
  3. geschminkt
  4. schminkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schminken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
make up schminken bedenken; bijleggen; bijspijkeren; fantaseren; goed gaan; goedmaken; grimeren; het goed maken; inhalen; make-up aanbrengen; meebetalen; opmaken; opsmukken; optutten; ruzie bijleggen; schikken; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorjokken; voorliegen; voorwenden

Verwante woorden van "schminken":


Wiktionary: schminken

schminken
verb
  1. (overgankelijk) refl|nld een gezicht beschilderen, overdreven make-up opdoen

Cross Translation:
FromToVia
schminken make up; paint maquiller — Farder, recouvrir de fard.