Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schilfer:
  2. schilferen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schilfer (Nederlands) in het Engels

schilfer:

schilfer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schilfer
    the flake; the scale
    • flake [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scale [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schilfer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flake schilfer dotje; spaander; vlok
scale schilfer afzetting; gamma; kalkaanslag; ladder; octaaf; scala; schaal; schub; spectrum; toonladder; toonschaal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flake afbladderen; afschilferen; pluizen; schilferen; vlokken
scale schaal aanpassen

Verwante woorden van "schilfer":

  • schilferen, schilfers, schilfertje, schilfertjes

Wiktionary: schilfer

schilfer
noun
  1. een vliesdun loskomend stukje materiaal
schilfer
noun
  1. thin chiplike layer

Cross Translation:
FromToVia
schilfer scale; shell écaille — Petites lames minces et plates qui couvrir la peau de certains poissons et de certains reptiles.

schilfer vorm van schilferen:

schilferen werkwoord (schilfer, schilfert, schilferde, schilferden, geschilferd)

  1. schilferen (afschilferen)
    to flake; to peel off; to scale off
    • flake werkwoord (flakes, flaked, flaking)
    • peel off werkwoord (peels off, peeled off, peeling off)
    • scale off werkwoord (scales off, scaled off, scaling off)

Conjugations for schilferen:

o.t.t.
  1. schilfer
  2. schilfert
  3. schilfert
  4. schilferen
  5. schilferen
  6. schilferen
o.v.t.
  1. schilferde
  2. schilferde
  3. schilferde
  4. schilferden
  5. schilferden
  6. schilferden
v.t.t.
  1. heb geschilferd
  2. hebt geschilferd
  3. heeft geschilferd
  4. hebben geschilferd
  5. hebben geschilferd
  6. hebben geschilferd
v.v.t.
  1. had geschilferd
  2. had geschilferd
  3. had geschilferd
  4. hadden geschilferd
  5. hadden geschilferd
  6. hadden geschilferd
o.t.t.t.
  1. zal schilferen
  2. zult schilferen
  3. zal schilferen
  4. zullen schilferen
  5. zullen schilferen
  6. zullen schilferen
o.v.t.t.
  1. zou schilferen
  2. zou schilferen
  3. zou schilferen
  4. zouden schilferen
  5. zouden schilferen
  6. zouden schilferen
en verder
  1. ben geschilferd
  2. bent geschilferd
  3. is geschilferd
  4. zijn geschilferd
  5. zijn geschilferd
  6. zijn geschilferd
diversen
  1. schilfer!
  2. schilfert!
  3. geschilferd
  4. schilferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schilferen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. schilferen
    the peeling
    • peeling [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schilferen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flake dotje; schilfer; spaander; vlok
peeling schilferen doppen; pellen; vervellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flake afschilferen; schilferen afbladderen; pluizen; vlokken
peel off afschilferen; schilferen
scale off afschilferen; schilferen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peeling schilferachtig

Verwante woorden van "schilferen":


Wiktionary: schilferen

schilferen
verb
  1. to break or chip