Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- schande:
-
Wiktionary:
- schande → disgrace, scandal, shame
- schande → shame, disgrace, (object of) shame, opprobrium, infamy
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schande (Nederlands) in het Engels
schande:
-
de schande (laster; smaad; oneer)
the defamation
Vertaal Matrix voor schande:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
defamation | laster; oneer; schande; smaad | aantasten; achterklap; eerroof; geklap; geklep; geklets; geroddel; klap; klets; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; zwartmaken |
Wiktionary: schande
schande
Cross Translation:
noun
schande
-
iets waarvoor men de minachting van anderen oploopt
- schande → disgrace
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schande | → shame; disgrace; (object of) shame | ↔ honte — désuet|fr déshonneur, opprobre, humiliation (ce qui est le sens étymologique et ancien). |
• schande | → opprobrium; shame; infamy | ↔ opprobre — très grande honte publique. |