Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
schaars:
- scarce; uncommon; strange; extraordinary; rare; prodigious; seldom; rarely; odd; phenomenal; unique; funny; hardly ever; little
-
schaar:
- flock; herd; common herd; mob; horde; drove; crowd; multitude; scissors; pair of scissors
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor schaars:
- sparse
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schaars (Nederlands) in het Engels
schaars:
-
schaars (zeldzaam)
-
schaars (zeldzaam; uitzonderlijk; raar; zelden; uniek; ongewoon; ongemeen)
strange; extraordinary; rare; prodigious; seldom; rarely; uncommon; odd; phenomenal; unique; funny; hardly ever; little-
strange bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinary bijvoeglijk naamwoord
-
rare bijvoeglijk naamwoord
-
prodigious bijvoeglijk naamwoord
-
seldom bijwoord
-
rarely bijwoord
-
uncommon bijvoeglijk naamwoord
-
odd bijvoeglijk naamwoord
-
phenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
unique bijvoeglijk naamwoord
-
funny bijvoeglijk naamwoord
-
hardly ever bijvoeglijk naamwoord
-
little bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schaars:
Verwante woorden van "schaars":
Antoniemen van "schaars":
Verwante definities voor "schaars":
Wiktionary: schaars
schaars
Cross Translation:
adjective
schaars
-
weinig in aantal of hoeveelheid
- schaars → scarce
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schaars | → succinct; tight; terse | ↔ knapp — gerade noch ausreichend, wenig; weniger werdend oder geworden |
• schaars | → rare; scarce | ↔ rar — nur in geringer Anzahl vorhanden; nur in geringer Häufigkeit vorkommend |
• schaars | → rare | ↔ selten — attributiv, prädikativ: nur in geringen Mengen vorhanden |
• schaars | → seldom; sometimes; rarely | ↔ selten — adverbiell: nicht häufig passierend; die Wiederholungen haben eine große Zeitspanne |
• schaars | → insufficient; in short supply; scant; scanty; scarce; few; poor; thin; sparse | ↔ insuffisant — Qui ne suffire pas. |
• schaars | → scanty; scarce; few; poor; sparse; gaunt; skimpy | ↔ maigre — Traductions à trier |
• schaars | → rare; in short supply; scanty; scarce; few; poor; thin; sparse; precious; uncommon | ↔ rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement. |
schaar:
Vertaal Matrix voor schaar:
Verwante woorden van "schaar":
Verwante definities voor "schaar":
Wiktionary: schaar
schaar
Cross Translation:
noun
schaar
-
gereedschap waarbij een tweetal langs elkaar snijdende messen een rechte of strakke snede maakt
- schaar → scissors
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schaar | → (pair of) scissors | ↔ Schere — Gerät zum Schneiden von Papier u.ä. |
• schaar | → scissors | ↔ ciseau — Instrument de fer ou d’acier composé de deux branches mobiles tranchantes en dedans |
• schaar | → scissors; pair of scissors | ↔ ciseaux — Instrument à deux lames... pour couper ou rogner. |