Nederlands
Uitgebreide vertaling voor saboteren (Nederlands) in het Engels
saboteren:
-
saboteren
to sabotage; to damage intentionally-
damage intentionally werkwoord (damages intentionally, damaged intentionally, damaging intentionally)
Conjugations for saboteren:
o.t.t.
- saboteer
- saboteert
- saboteert
- saboteren
- saboteren
- saboteren
o.v.t.
- saboteerde
- saboteerde
- saboteerde
- saboteerden
- saboteerden
- saboteerden
v.t.t.
- heb gesaboteerd
- hebt gesaboteerd
- heeft gesaboteerd
- hebben gesaboteerd
- hebben gesaboteerd
- hebben gesaboteerd
v.v.t.
- had gesaboteerd
- had gesaboteerd
- had gesaboteerd
- hadden gesaboteerd
- hadden gesaboteerd
- hadden gesaboteerd
o.t.t.t.
- zal saboteren
- zult saboteren
- zal saboteren
- zullen saboteren
- zullen saboteren
- zullen saboteren
o.v.t.t.
- zou saboteren
- zou saboteren
- zou saboteren
- zouden saboteren
- zouden saboteren
- zouden saboteren
en verder
- is gesaboteerd
- zijn gesaboteerd
diversen
- saboteer!
- saboteert!
- gesaboteerd
- saboterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor saboteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sabotage | sabotage; tegenwerking | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
damage intentionally | saboteren | |
sabotage | saboteren | doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; tegenwerken; verijdelen |
Computer vertaling door derden: